Menu
 
  >Home
>Nieuws
>Persian Orange
>Allis-Chalmers
>De Modellen
>Model A
>Model B
>Model CA
>D 14
>D 272
>ED 40
>Model E
FD - Serie
>Model G
>H3 - HD3
>HD 5
>D 270
>HD 7
>K rups
>Model WD
>Model U
>WM rups
>Model WF
>Model WC
>Allis-Chalmers 7580
>WD45
>Serienummers
>Import naar Holland
>Geregistreerde Bezitters
>Tractor Registreren
>Het A.C.-verhaal van...
>Vraagbaak
>Advertenties
>Contact informatie
>Site Map
 
     
 
 
 
Zoeken
 
   
     
 

De FD series (1962-1964)


In september 1960 werd door Allis-Chalmers het in financiëlele noot verkerende franse bedrijf Vendeuvre S.A. overgenomen. Vendeuvre fabriceerde o.a. luchtgekoelde motoren, generatoren en tractoren. Het hoofdkantoor was gevestigd in Parijs, terwijl de essemblage afdeling zich in de havenplaats Dieppe bevond. Toen men in Engeland druk bezig was met de ontwikkeling van de ED 40 werd in Frankrijk gewerk aan maar liefst 3 types die vergelijkbaar moesten zijn met de Amerikaanse D modellen. Amerika, Engeland en Frankrijk werkten allen zelfstandig aan hun serie. Geen enkel onderdeel werd uitgewisseld. Een ieder had zo zijn eigen disign. Het uiterlijk van de trekkers leken toch wel aardig op elkaar.

In eerste instantie werden de FD's met luchtgekoelde motoren gebouwd,  maar in het buitenland prefereerde men toch een bekende watergekoelde motor, zoals de Perkins P3 en P4, dit met betrekking op de onderdelenvoorziening. De FD 3 werd in ons land een populaire trekker met veel mogelijkheden (vrije hoogte). De FD 4 is in ons land alleen ingevoerd als boomgaarduitvoering. Het breedspoor model is in overleg met Engeland nagenoeg niet Frankrijk uitgevoerd, dit omdat deze trekker in dezelfde p.k. klasse lag dan de ED 40 (concurentie). Engeland hield zich niet bezig met een smalspoormodel. De FD 5 was een ware nachtmerrie. Zijn Amerikaanse soortgenoot de D 17 was een populaire trekker van rond de 50 p.k. Jammer genoeg is dit model echter nooit in Nederland ingevoerd. De oorzaak was de hoge dollar koers.

De FD 5 was een combinatie van een Perkins P4 en ZF versnellingsbak en een Schlüter eindaandrijving. De hefinrichting was van eigen makelij en gaf regelmatig problemen. De motor werd te warm, omdat de radiateur te klein was en men er het luchtfilter er direkt voor had geplaatst. Louis Reyners verbeterde de radiateurs en verplaatste in de meeste gevallen het luchtfilter naar de zijkant van de motor.

 

De FD 3 werd in het begin geleverd met een Perkins motor. Het laatste model de FD 3 "Agrodyne" werd voorzien van een eigen Franse Allis-Chalmers motor, welke ook later in diverse type heftrucks werden geplaatst. Vroegtijdige waterpomp problemen zorgde ervoor dat in de meeste gevallen de FD 3 "Agrodyne" met een overhitte motor de koppaking er tussenuit blies. Tot in 1965 werden nog FD trekkers in ons land ingevoerd. De laatste 10 FD 5's waren van het type serie II, met lange doorlopende motorkapstickers. De bedieninghandels van het hydraulisch systeem werden van onder de brandstoftank naast de zitting verplaatst. Technische gegevens van de FD 5 zijn echter nooit meegeleverd geweest. Op deze site komen diverse FD trekkers afgebeeld. Ik wijs u in het bijzonder op sommige types met de luchtgekoelde motoren.

 

FD3

De FD 3 trekkers waren slechts drie jaar in produktie. Na de overname van Vendeurvre S.A. in 1960 werden eerst enkele proto types gemaakt. Bestaande Vendeuvre trekkers met een luchtgekoelde motor kregen een A-C jasje. Uiteindelijk werd het toch een eigen model dat aardig leek op de Amerikaanse D 10-12, maar wel met een luchtgekoelde motor voor de Franse en ook de Belgische markt. In 1962 kwam de FD 3 naar Nederland. Deze met Perkins P4 motor. In totaal werden er 318 geimporteerd. Boomgaard modellen meegeteld (18). (Allis-Chalmers FD3 rechts is het model met een hoog stuur en een P4 motor)

De in 1962 geproduceerde FD 3 was voorzien van een hoogstuur. Voor een betere zit koos men later voor een laag stuur. Het laatste model de "Agrodyne" werd een totaal andere trekker met een eigen A-C motor. De trekker had ook een hogere vrije ruimte en de voetkoppeling werd veranderd. De uitlaat ging langs de motorkap in plaats van er doorheen.

FD 3 met lucht gekoelde motor met inhoud van 1570cm3 en 2 cilinder

FD 3 met luchtgekoelde motor

FD 3 met hoogstuur met Perkins motor

FD 3 met laag stuur en Perkins motor

FD 3 Agrodyne met Allis-Chalmers motor

FD 3 Agrodyne met Allis-Chalmers motor

 

Technische gegevens van de FD 3:

 

 

FD 3 boomgaard prototype:

FD 3 boomgaardtype

 

Technische gegevens van de FD 3 boomgaardtype:

 


 

FD4

Dit landbouwmodel met Vendeuvre of Perkins motor is nooit geimporteerd in ons land.

 

Technische gegevens voor een FD 4 luchtgekoelde motor:

 

FD 4 Boomgaard type:

FD 4 boomgaarduitvoering 1963-1964 : 12 stuks

 

Technische gegevens FD 4 boomgaardtype:

 

De FD 4 is in ons land een zeldzame verschijning. Wij kennen dit type alleen in de boomgaarduitvoering. Het landbouwmodel is bewust niet naar ons land gehaald, omdat hij te concurrerend was voor de Engelse ED 40. Beide langen n.l. in dezelfde PK klasse. Hier op de foto zie je een FD 4 op de RAI in 1964

FD 4 watergekoeld met Perkins motor  


FD5

Dit model met een Vendeuvre motor is nooit in ons land geimporteerd.

 

Technische gegevens FD 5 met luchtgekoelde motor:

 

FD 5 1963-1964: 64 stuks

De FD 5 was de zwaarste Franse A-C trekker, welke in Dieppe werd gefabriceerd. De Amerikaanse D 17 en D 19 stonden hiervoor model. Er was echter een heel groot kwaliteitsverschil. De gehele trekker werd samengesteld uit van alles en nog wat. De achterbrug had geen portaalbouw, waardoor hoge achterwielen gebruikt moesten worden (12-38) om de treker in de een horizontale positie te krijgen. Mede daardoor zat de bestuurder geheel ingepakt tussen twee hoge spatborden. Een Perkins AD 4/203, een ZF versnellingsbak en een Schluter eindaandrijving zorgde voor het geheel. De in Dieppe eigenvervaardigde hefinrichting was ook van een zeer slechte kwaliteit en heel onbetrouwbaar. In Frankrijk werd de FD 5 verkocht met een 3 cylinder luchtgekoelde Vendeuvre motor. Voor andere landen (hoofdzakelijk Belgie en Nederland) werd een watergekoelde Perkins motor ingebouwd (betere onderdelen voorziening). Tijdens zwaar werk werden de watergekoelde motoren veel te warm. Louis Reyners liet speciaal grotere radiateurs vervaardigen, zodat alle FD 5's in ons land van een betere werden voorzien. In sommige gevallen werd zelfs het luchtfilter achter de grill weggehaald en aan de zijkant van de motor geplaatst.

FD 5 op de Landbouw RAI in 1964

De Landbouw RAI in 1964

 

 

FD 5 met watergekoelde motor

 

Technische gegevens FD 5 met watergekoelde motor:

 

Op vele verzoek van het personeel van Louis Reyners, om vanwege de slechte kwaliteit, geen FD 5 trekkers meer te importeren, werden er in 1965 toch nog 10 trekkers van de serie 2 naar ons land gehaald. Er waren slechts enkele uiterlijke verschillen met het vorige model, zoals; lange motor kapstickers en de bedieningshandels van de hefinrichting werden naast de zitting geplaatst.

Bij deze FD 5 trekker is het luchtfilter aan de zijkant van de motor geplaatst om oververhitting te voorkomen.

Motor is een 4 cylinder, 4 takt watergekoelde dieselmotor.

vermogen
59 PK
boring
91,4 mm
slag
127 mm
slagvolume
3333 cm3
brandstofpomp
roterend type
koelsysteem
radiateur, waterpomp en thermostaat

Aftakas is doordraaiend door 2-traps koppeling: Toerental: 1100 t.p.m./ 540 t.p.m.

Gewicht:

zonder waterballast 2275kg
met waterballast 2750kg

 

De Allis-Chalmers fabriek in Frankrijk was al sinds 1964 gesloten, maar in 1966 zijn er nog (door Louis Reijners) tien FD 5 trekkers verkocht. Zie hier de landbouw RAI in 1966

 

Advertentie FD 5 uit de landbouwmechanisatie gids van 1964

   
PersianOrange.nl 2011 ©